Euritmie-therapie voor dieren
In 1985 ben ik na negen jaar als KLM-stewardess de wereld overgevlogen te hebben, begonnen met de studie euritmie aan de Academie voor Euritmie in Den Haag. Werner Barfod, destijds leider van de Academie, voorzag dat het niet eenvoudig zou zijn om mij naar beneden te halen maar zei ‘laten we het risico maar nemen’. Natuurlijk had hij gelijk, ik heb het de vijf jaren die volgden moeilijk gehad. Ook de jaren erna voor de klas waren ondanks grote euritmie-successen met de kinderen een worsteling. De curative eurythmy education in Engeland volgde ik in de periode van ’94 tot ’97 tijdens de zomervakanties. Later volgden 10 jaar werken in een sociaal therapeutische instelling, Breidablick, waar ik met zwaar gehandicapte, voornamelijk volwassenen, en met mensen met een aandoening van het autistisch spectrum werkte. En tevens met mensen met een niet aangeboren hersenletsel. Individueel, in groepen en met een speciaal voor de euritmie opgerichte rolstoelgroep werd wekelijks geoefend waarbij na lange tijd toch bij de meeste mensen verbeteringen ontstonden.
De privépraktijk die ik sinds 1997 parttime had maakte duidelijk dat wanneer patiënten met klachten via de huisarts kwamen er tevens een enorme behoefte was aan een gesprek over die klachten, waar ze hun bron hadden, in het heden en vaak ook verleden. Dat lag me goed. Desalniettemin bleef er onderhuids het verlangen naar iets anders bestaan.
Tot het moment in 2011 toen ik zuiver intuïtief op zoek ging in een antroposofisch georiënteerde- bibliotheek en oog in oog kwam te staan met het boek “Gespräche mit Tieren”, uitgegeven door Flensburger Hefte Verlag. Hierin spreekt Wolfgang Weirauch door bemiddeling van Verena Staël von Holstein met dieren. De volgende stap was dat ik hem schreef met de vraag “Is het mogelijk om euritmie met dieren te doen”? Het antwoord van Herr Weirauch kwam verrassend snel: “Ja, dat kan heel goed!”
Mijn besluit stond vanaf dat moment vast, dát zou het worden. Maar hoe begin je? Hoe ontwikkel je dit? Op mijn verjaardag in augustus 2011 heb ik contact gezocht met Verena Staël von Holstein voor advies. Dat kreeg ik.
Op 10 november 2011 kwam ik op een boerderij waar ik op dat moment was de boer tegen, hij was in haast want de dierenarts zou ieder moment komen, de kalfjes waren doodziek. Op dat moment realiseerde ik mij dat de tijd was gekomen, morgen begin ik nam ik mij voor. De volgende ochtend heb ik toestemming gevraagd aan de boer om bij de kalfjes euritmie te doen. Zij waren pas kort op de boerderij nadat ze 11 dagen oud waren weg gehaald bij hun moeder. Nu hadden ze longontsteking met hoge koorts en kregen daarvoor medicatie. Desalniettemin had de dierenarts gezegd dat er slechts 5 procent overlevingskans was, wat ik op dat moment niet wist. Ik ben een aantal keren bij hen geweest, een van de twee kalfjes was benaderbaar, de ander nogal schuw. Ik heb mijn jas aan een spijker in de stal opgehangen en ben bij hen neergeknield in het stro. Wat te doen? Het leek me belangrijk ook te zingen. Bach leek me goed. Omhulling was nodig, dan kom je bij de beweging van de B. Ook reiniging van de stal leek me noodzakelijk, dat deed ik door middel van de oefening Halleluija. Via een euritmiste in Duitsland, Eva Berentelg, die de euritmie heeft ontwikkeld op basis van aanwijzingen van het wezen Etschewit heb ik kort daarna enkele oefeningen ontvangen waarvoor ik zeer dankbaar was. Verder was het een kwestie van moed hebben en er mee starten en doorgaan.
De volgende mogelijkheid deed zich voor doordat iemand die in een cursus van mij mee had gedaan mij vertelde dat zij een vijfster had gelopen met één van haar paarden. Deze mevrouw Annelies Akkermans had zeven paarden en ook nog andere dieren. Zo ontstond een leerweg van enkele jaren waarin ik haar wekelijks bezocht en ik de euritmieklanken en bewegingen beoefende met haar paarden, zowel individueel als in de kudde. In de tussentijd had ik besloten dat ik Wolfgang Weirauch wilde uitnodigen om in Nederland een seminar over natuurwezens te geven. Deze seminars gaf hij al wel in Duitsland en Zwitserland. De eerste van de tot nu toe drie seminars die hij gaf en die ik met drie vrienden organiseerde vond plaats in het voorjaar van 2013.
Tijdens dat weekend stelde hij me voor om een bezoek te brengen aan Verena Staël von Holstein waarin hij wilde bemiddelen. Dit eerste bezoek vond plaats in februari 2014.
Via de weg van de natuurwezens, met name via een wezen met de naam Etschewit, werden oefeningen met klankreeksen doorgegeven voor dieren. Allereerst een klankenreeks die specifiek voor een bepaalde diersoort is. Bijvoorbeeld een hond, poes, leeuw, olifant, schaap of koe. Daarna gespecificeerde oefeningen voor de diverse ziekten of aandoeningen die dat bepaalde dier kan hebben. In principe ligt mijn interesse bij alle diersoorten, maar het lot heeft bepaald dat in eerste instantie vooral paarden op mijn weg kwamen. Een paard is ook heel geschikt om de ontwikkeling van deze therapie mee aan te gaan. Het is bijvoorbeeld veel moeilijker om bij een schaap, geit of gans te bemerken wat er gebeurt tijdens de therapie. Een paard staat erg open voor de euritmie. Bijna meteen na het begin zie je verandering en vaak, overgave. Na afloop wordt er enorm gegaapt door de paarden. Zoals mensen dat vaak ook doen tijdens en na de euritmie.
Met Annelies Akkermans heb ik samen gestudeerd op het thema ‘Wat is een dier’? Welke wezensdelen zijn nu hier en welke zijn in de geestelijke wereld? Op wie en wat richt ik mij? Hoe zoek ik verbinding met het Grote Dier? Het groeps-Ik? Wie helpen er mee tijdens de behandeling en waar gaat een dier heen na de dood? Wie spreek ik aan op welk moment en wie vraag ik eventueel hulp bij de behandeling? Waar sta ik precies en hoe begin en eindig je een sessie? Doen we het buiten in de wei of juist binnen in de stal? Het kwam bijvoorbeeld voor dat een paard dat last van iets had iedere week van mij een behandeling kreeg. Na afloop ging hij terug in de kudde maar wilde niemand meer wat van hem weten. Zij joegen dit paard weg. Want de andere paarden voelden dat er iets veranderd was bij dit paard. Dat deed ons besluiten om de kudde te gaan behandelen als kudde, als groep. En verder om een aantal paarden na elkaar individueel aan de beurt te laten komen. Eén paard wilde lange tijd niets weten van de euritmie. Wanneer ik
aanstalten maakte om buiten in de wei te beginnen draaide het zich om en liep weg naar een andere wei om de hoek van de boerderij. Later heeft deze merrie met de naam Witsitha, veel individuele sessies gehad omdat ze o.a. een ernstige allergie had voor muggen. Ze kwam meteen naar me toe zo gauw ze mij zag omdat ze wist dat ik altijd met haar startte. Het leek soms ook wel eens alsof de paarden iets verzonnen voor mij, zodat ik kon leren. Dan had er eentje een kreupel been na een trap, een wond of moeilijkheden met plassen. Vaak echter had het ook te maken met het verleden, een zogenaamd trauma, waar het betreffende paard last van had. Niet altijd weet de nieuwe eigenaar wat er bij de vorige eigenaar heeft plaats gevonden. Een mooie schimmel werd afgeleverd door zijn eigenaresse bij iemand anders omdat hij oud was en ze niet meer met hem kon rijden zoals zij het wilde. Het paard heeft tot zijn dood last gehad van het gevoel afgedankt te zijn. Dat had enorm veel invloed op zijn gestel en manier van doen. In zo’n geval was de insteek voor oefeningen anders. Trauma is iets wat veel voor komt. Ik merkte dat het mij enorm aansprak. Het is de psychische variant van wat mensen ook wel meemaken en waar veel onder geleden kan worden.
Paarden, in feite alle dieren, nemen veel aandoeningen van hun eigenaars over. Bekend is ook dat zij spiegelen. Een periode waarin ik niet goed kon slapen s’ nachts en daardoor ’s ochtends erg moe aankwam ging het betreffende paard waar ik mee aan de gang zou gaan steeds liggen en deed alsof ze steeds weer in slaap viel. Ik behandelde haar terwijl ze lag. Tot het ineens genoeg was en ze klaarwakker opstond. Dan ging het daarna staande verder. Een groot geluk voor mij was dat ik deze kans kreeg om dit alles bij Annelies Akkermans te beoefenen. Zij zat er altijd heel rustig bij op een boomstammetje en kon vrijwel meteen op een diepere laag waarnemen hoe de klanken werkten op het paard. Hierdoor kon ze mij praktische adviezen geven hoe ik met hen om moest gaan.
In de beginperiode herinner ik me dat ik op een geven ogenblik glashelder wist dat ik het werk met de dieren, respectievelijk paarden, nooit had kunnen doen als ik niet alle voorgaande jaren ervaring had opgedaan met kinderen, volwassenen, gehandicapten, autisten enzovoort. Dat was
allemaal noodzakelijke voorbereiding geweest voor dit werk. Ik was op het moment dat ik dat besefte dankbaar dat ik altijd voortgeploeterd had en het lot het mij niet toegestaan had om te stoppen met de euritmie.
Ervaringen met ganzen, geiten, schapen en andere dieren zijn weer anders. In de dierentuin kun je als je veel geluk hebt een moment alleen zijn met een olifant. Gewoonlijk staan er veel mensen bij. Op 17 juli 2014 was ik tegen sluitingstijd bij de olifanten in een dierentuin. Van het ene op het andere moment was vrijwel iedereen vertrokken. Een enkele familie met jengelende vermoeide kinderen stond nog op het punt om weg te gaan, maar daarna werd het stil. Het was heel warm en windstil. De olifanten, twee olifantenkoeien en een kleintje kwamen net naar buiten om te gaan eten. De bull stond iets verderop. Ineens bedacht ik dat zich hier een mogelijkheid voordeed om iets te doen. Als een dief keek ik een paar maal over mijn schouder om te zien of er echt niemand meer was, ook geen dierenverzorgers. Het was stil en vredig. Het was alsof de olifanten en ik alleen op de wereld waren. Ik herinnerde mij de euritmische klanken die bij de olifant horen. Ik dacht nu of nooit en begon de klanken te spreken en daarna te bewegen. Zij aten rustig door. De constructie van deze oude dierentuin is zo dat je nogal dicht bij hen kan staan. Een olifant kijkt je niet zo direct aan zoals een paard dat kan doen maar contact was duidelijk voelbaar. Na een poosje liepen zij naar een andere voedingstrog toe en ik liep met hen mee naar een plek waar we nog beschutter stonden. Na ongeveer een kwartier wist ik dat hen moest gaan verlaten omdat ik er anders niet meer uit zou kunnen. Dat was moeilijk. Om weg te gaan. Ik liep langzaam achteruit (gelukkig kunnen wij euritmisten dat heel goed) en bleef met mijn blik op hen rusten en liet hen met de grootste moeite achter.
Terug op de parkeerplaats waren er bijna geen auto’s meer. Onder de bomen in de bosrijke omgeving deed ik de achterklep van mijn auto open en dronk en at zittend op de rand van de auto nog iets alvorens ik de weg op zou gaan. Pas toen ik langzaam naar de uitgang reed en de radio aan deed hoorde ik van de vliegramp die diezelfde middag had plaats gevonden in Oekraïne. Ik vroeg me af hoe het kon dat terwijl deze ramp zich had voltrokken en het hele land en de hele wereld hiermee bezig waren ik op datzelfde moment in rust en vrede met de olifanten samen had kunnen zijn? Het gevoel dat wij alleen op de wereld waren dat ik had gehad klopte nu ook beter, ieder ander was immers naar deze rampplek toegetrokken in gedachte en emotie. Daardoor was het hier als het ware leeg geweest en waren wij daadwerkelijk de enigen die daar waren op dat moment.
Een paar maanden later in een andere dierentuin kwam net toen ik aankwam lopen de enorme olifantenbull naar buiten om te gaan eten. In deze dierentuin kon je ook dicht bij de olifanten staan al waren er wel tralies. Deze zéér grote bull met de naam Mekongo uit Praag was tijdelijk op bezoek i.v.m. het voortplantingsprogramma. Hij kreeg van de verzorger een emmer vol met kleine stukjes wortel voor zijn voeten uitgestrooid die hij vervolgens heel delicaat met zijn slurfvinger oppakte en rustig oppeuzelde. Om mij heen waren vele mensen die in verschillende talen spraken. Ik zei innerlijk tegen Etschewit dat ik zó natuurlijk geen euritmie kon doen… Na een poosje merkte ik dat er niemand meer was, alle mensen waren doorgelopen en ik stond als enige nog bij Mekong die mij wel leek waar te nemen. Ik heb toen heel zacht de olifanten klanken gezegd en met mijn twee wijsvingers bijna onzichtbaar klankgebaren gemaakt. Zulke kleine gebaren, voor zo’n groot dier.
In het voorjaar van 2015 bezocht ik boerderij de Vijfsprong in Vorden. Het jonge boerenechtpaar Brigitta en Guus hebben een kudde van 45 melkkoeien die het grootste deel van het jaar buiten in de wei staan. Omdat de boerderij veel grond heeft staan ze voortdurend op andere stukken weideland en die wisseling is gezond voor zowel de koe als de grond. Zij stellen een aantal wezenlijke vragen aan mij over uiergezondheidsproblemen en hoe zij nog meer kunnen werken aan het stressvrij koeien houden. Ook hoe zij überhaupt meer in contact zouden kunnen komen met de koeien, wezenlijk contact.
Terwijl ik mij tussen de kudde begeef lopen zij rustig te grazen en sommige koeien liggen te herkauwen. In eerste instantie zoek ik verbinding met het kuddewezen. Vervolgens doe ik enkele oefeningen die specifiek gegeven zijn voor de koe in het algemeen. De klanken die daarbij horen. Dan richt ik mij op het helen, het lichaam waar ik op wil werken -fysiek-, ether- of astraal lichaam- en dan op hetgeen waar het zogenaamde probleem zich uit. Wanneer de koeien waar iets mee is, bijvoorbeeld die uierontsteking hebben ‘gemerkt’ worden met een rood bandje of iets dergelijks, zodat ze makkelijk te onderscheiden zijn van de gezonde koeien, kan ik hen daardoor afzonderlijk als groep in mijn bewustzijn opnemen. Vervolgens doe ik eerst oefeningen voor deze gemerkte koeien. Daarna neem ik de gezonde koeien in mijn bewustzijn op en doe ik voor hen oefeningen. Ik vraag daarbij aan het kuddewezen of deze wil helpen de oefeningen bij de juiste koeien terecht te laten komen. Afsluitend doe ik de klanken van het halleluija voor de hele kudde. De kalfjes die op dat moment binnen staan behandel ik in de stal terwijl ik op een ongekeerde emmer ga zitten in het stro.
De boerin mailt drie weken later dat er diezelfde avond grote rust is bij de ontmoeting tussen de koeien en de kalfjes. Ook is duidelijk dat alle 45 koeien vanaf dat moment 4 liter per koe per dag minder melk geven. Zonder dat er iets veranderd is aan het rantsoen. Na enkele weken is de hoeveelheid melk weer hetzelfde als voorheen. Het lijkt duidelijk dat er iets is gebeurd. Bij navraag bij Verena Staël von Holstein worden heldere verklaringen gegeven:
‘Die Kühe haben weniger Milch gegeben, weil die Milch konzentrierter und besser war. In der Milch war alles darinnen wie sonst, nur nicht so viel Wasser. Das Wasser, oder besser gesagt, besser ausgedrückt, seine ätherische Kraft, von den 4 Liter hat die Kuh für ihre eigene Heilung verbraucht. Bei Käse wäre aber die Gleiche Menge herausgekommen, wie mit den 4 Liter.’
Het is interessant te merken dat de veranderde waardengehaltes in de melk na de euritmie meteen door de boer waar te nemen zijn. En dat de kwaliteit van de kaas ook op deze manier is te meten. In deze tijd waarin alles ‘meetbaar’ moet zijn.
Het verbeteren van de verbinding tussen de boeren en de koeien is mogelijk door deze te zoeken op het niveau van het contact met het kuddewezen. Dit kuddewezen is altijd aan te spreken en bij voorkeur hardop. Iedere verandering die plaatsvindt in het leven van de koeien zoals het veranderen van weide, het wisselen zoals op deze zorgboerderij regelmatig voorkomt van mensen die helpen bij de koeien, en tal van andere situaties die zich voordoen, zijn op te vangen en te begeleiden door de kudde van tevoren daarvan op de hoogte te stellen. Dat kan plaats vinden doordat de boer en/ of boerin zich richten tot het kuddewezen. In het begin voelt dat misschien wat vreemd aan om te doen maar al gauw wordt de werking ervan zichtbaar.
Misschien aan het slot van mijn betoog nog iets over een behandeling met een hond. De hond als grote mensenvriend is een wezen waar wij mensen vaak alles voor over hebben. Maar de dierenarts kan maar tot op een bepaalde laag werken waar het andere problemen betreft dan het fysieke. Trauma opgelopen door slechte ervaringen is iets waar een dierenarts niet veel mee aan kan vangen.
Ik kom bij Walter thuis. Hij is een 6 jaar oude grijze Mastino Napolitano van ongeveer 70 kilo zwaar. Walter heeft het zwaar te verduren gehad bij zijn eerste baas die hem slecht behandelde. De tweede baas deed het een stuk beter maar deze had eenvoudig weg niet de ruimte voor zo’n grote hond. Hij heeft Walter over gedaan naar een lieve familie die in het bos rond Den Dolder wonen in een huis met 19000 m2 grond/ bostuin. Inmiddels is hij dan 9 maanden oud. Daar kan hij tezamen met zijn drie hondenvrienden, twee Corki’s en een Leonberger gelukkig leven. Als enige reu met drie vrouwtjes. Echter het verleden blijft hem af en toe inhalen. Hij heeft last van verlatingsangst en kan het niet verdragen als er een deur dicht gaat tussen hem en zijn geliefde personen. Af en toe als er kinderen komen spelen, die bang voor zo’n grote hond zijn, moet Walter in een andere kamer en dat werkt nog steeds op zijn zenuwen.
De eerste keer dat ik een oefening met hem ga doen wil ik mij rustig afzonderen met hem, in de zitkamer terwijl de familie en de andere honden buiten zijn met de glazen tuindeur dicht. Walter heeft echter uitsluitend aandacht voor hen en kijkt verlangend naar het terras. Ik besta niet voor hem. Het wordt niets die keer. Ik moet mijn ideeën over de behandeling totaal uit mijn hoofd zetten en een nieuw plan maken. De tweede keer is het juli en stralend weer. Het idee dat ik alleen met Walter zou zijn moet ik opgeven. Sowieso zijn de andere drie honden steeds in de beurt. We zijn buiten op het gazon van de tuin. Het vrouwtje moet wel meelopen anders draait Walter zich om en loopt terug naar het terras. We komen terecht in een hoek van de grote tuin onder een enorme notenboom. Ik ga er maar bij zitten tussen de planten en struiken. Walter nodig ik uit om ook te gaan zitten wat hij doet met één oog gericht op zijn familie. Hij laat zich met zijn rug naar mij toe op mijn voeten zakken en gaat vervolgens liggen. Prima, ik kan zo juist goed op zijn rug en darmen werken die nog regelmatig dunne ontlasting geven. Zoals bij mensen werken spanningen ook bij dieren vaak op de ingewanden. Het geliefde baasje zit verderop in de tuin met zijn zoon te praten. Het vrouwtje blijft bij ons. De kleinkinderen spelen overal. De andere honden schuifelen dicht rond ons. Ik begin met de klank B die me wel van toepassing lijkt. Een andere klankenreeks voor spanningen en stress doe ik daarna. Halverwege de oefeningen komt er onverwacht bezoek en stormen ze met z’n allen blaffend weg. Walter wordt terug gebracht en we gaan weer verder. We verkassen naar een plekje verderop waar het rustiger is en daar kan ik halleluija doen bij hem en de grote B om zijn rug heen maken. Hij begint te ontspannen. Het is zo wel genoeg voor vandaag. Volgende keer verder.
De tijd dat je met een dier werkt is niet hetzelfde als met een mens. Het dier leeft in z.g. Traumzeit. Voor het dier is vijftien minuten therapie hetzelfde als een uur voor een mens. Een kwartier is dus méér dan genoeg. Vooral als het dier in een overgave komt en een beetje slaperig wordt werkt het diep. Een minuut is op deze manier al heel werkzaam.
Als beginnend net afgestudeerde euritmiste ben je gewend aan een volmaakte ronde kring die je met je mede-euritmisten iedere dag maakte, jarenlang. Het is ook stiller dan stil tijdens het oefenen. Wanneer je later voor de klas staat is de kring die de kinderen maken van een heel andere orde, het geluid wat erbij komt ook. Daar leer je mee om te gaan door de jaren heen. Vervolgens kom je te werken, in mijn geval, met zwaar gehandicapte mensen en lijkt een ronde kring verder weg te zijn dan de maan. Geluiden zijn er altijd, ook als het zogenaamd stil is, is er altijd geluid. Daarna werk je met een rolstoelgroep, zoals ik dat deed, met o.a. mensen met niet aangeboren hersenletsel en de kring die dan ontstaat is wéér van een andere orde. Hetzelfde geldt voor het lopen van een vijf- of zevenster met de net genoemde groeperingen. Van perfect op de Academie tot heel anders op school, en eindigend in een instelling op Bach lopend, niet met 5 of 7 mensen maar overstekend met wel tot 23 deelnemers, gedeeltelijk in een rolstoel, soms zelfs tegelijkertijd de oversteek nemend. Wat vraagt dat van een euritmisten? Als je dat allemaal kunt uithouden en er zelfs van hebt leren genieten, kun je daarna met een kudde dieren euritmie doen, die dikwijls ook nog tijdens deze momenten rustig dooreten of even blaffen of hinniken.
Wat hoop ik met dit verhaal te bereiken? Misschien dat euritmisten gaan beseffen dat er nog een andere wereld is waar zij hun werk, talent en energie voor kunnen inzetten. De wereld van de dieren, met hun eigenaars of boeren. Zij hebben het hard nodig.
Christine J. van Draanen
Haarlem, juli 2015
Dit artikel is met toestemming van de uitgever overgenomen uit:
Flensburger Hefte nr. 129 “Tierkommunikation”